Jan Foudraine, de vader van de “antipsychiatrie”, is op 87-jarige leeftijd overleden. Foudraine werd vooral bekend door zijn boek ‘Wie is van hout?’. Door dit boek en zijn nieuwe visie kreeg de psychiatrische patiënt een grotere rol in het eigen behandelingsproces. Later ging hij in de leer bij Bhagwan. Hij werd een van de bekendste aanhangers en schreef diverse boeken over de leer van Bhagwan en over zijn ervaringen in India, zoals Oorspronkelijk gezicht: een gang naar huis (1979), Bhagwan…Notities van een discipel (1980) en Wie is van Licht (1985). Door zijn ervaringen bij Bhagwan ging hij ook de psychiatrie anders benaderen, vanuit een mystisch-filosofische invalshoek. Zijn laatste boek Metanoia (2004) is daar het beste voorbeeld van.
Tot het eind van zijn leven bleef hij als psychotherapeut patiënten zien. In Wie is van hout? (1971), stelde Foudraine de traditionele psychiatrie ter discussie. Psychiatrische patiënten werden liefst ergens afgelegen in een bos opgesloten in een inrichting, waar ze medicijnen en andere behandelingen zoals elektroshocks kregen toegediend. Gepraat met patiënten werd er niet. Foudraine pleitte voor meer praten, minder medicijngebruik en voor meer contact met de samenleving. Artsen moesten patiënten als gelijkwaardige mensen behandelen. Hij concentreerde zich met name op de schizofrene mensen, die volgens hem ten onrechte als onmondige en wilsonbekwame dingen behandeld werden (alsof ze van hout waren), waardoor ze zich volgens hem ook zo gingen gedragen.
Meer weten over Jan Foudraine? Bekijk hier de in 2014 uitgezonden aflevering van Andere Tijden.
Bron: NOS