Anders kijken

Miranda Blom werkt bij Basisberaad, en publiceert sinds juni 2016 columns in Maassluis.nu. Onderstaande column is op 11 december 2019 gepubliceerd.

Vorige week ben ik met een aantal collega’s te gast geweest bij een symposium, met als titel ‘Anders kijken’. Zonder enige informatie te lezen, kon ik mij direct een voorstelling maken waarover dit symposium zou gaan, daar ik de opleiding tot ervaringsdeskundige volg en dus ook ‘anders leer kijken’ en ‘anders kijk’ dan de gemiddelde hulpverlener. Wij, als ervaringsdeskundigen, zijn dan ook geen hulpverlener en mogen net even iets meer buiten de lijntjes lopen. Oftewel, protocollen en regels kennen wij wel, maar bij ons staat de hulpvrager als mens in zijn geheel centraal, en niet als project of nummer.

Afijn, voorafgaand aan het symposium kregen wij een mini film te zien waarin goed in beeld werd gebracht wat ‘anders kijken’ inhoudt. In een zaal met ongeveer honderd wetenschappers, hulpverleners, vrijwilligers en hooggeleerden, werd pijnlijk duidelijk hoe een gezin, bestaande uit moeder, vader en twee basisschool kinderen, leven in armoede. Moeder kwam uit een nachtdienst en ging naar bed en vader ging met zijn twee kinderen op pad. Twee lege tassen mee en toen het meisje tegen haar broertje zei: ” Weet je nog de vorige keer? Toen we te laat kwamen kregen we heel veel toetjes!”  Op dat moment werd voor mij persoonlijk duidelijk waar deze film over zou gaan. De voedselbank. Ik keek om mij heen in de grote zaal middenin de Erasmus universiteit, en ik betrapte mijzelf erop dat ik dacht: “Wie van de aanwezigen in de zaal zou dit gevoel wat ik nu voel kennen?” Ik voelde namelijk herkenning.

Het meisje slaagde erin om onderweg tijd te rekken, waardoor zij te laat bij de voedselbank aankwamen. De kinderen genoten alvast van de vele toetjes die zij kregen, terwijl vader bij de nog aanwezige mensen, bedelde om eten. Met een prei, een blik zonder etiket en een appel in zijn handen, zag je de wanhoop op zijn gezicht. En op datzelfde ogenblik, keek zijn dochter hem aan en zag je in haar gezicht het besef van haar getreuzel, onderweg naar de voedselbank. Ik wilde na afloop van de film de filmmaakster bedanken, en bij haar benadrukken hoe belangrijk het zou zijn om deze film op scholen te tonen om taboe en schaamte hiermee te kunnen verminderen onder kinderen en volwassenen! Of het op z’n minst bespreekbaar te maken. Op het moment dat ik bij haar aankwam, stond er een oudere dame tegenover haar af te geven op de klanten van de voedselbank. “Hoe ondankbaar en onbeschoft ‘die mensen’ wel niet zijn” en ze ging maar door …

Ik nam op gepaste afstand plaats achter deze mevrouw en hoorde het geklaag aan wat de filmmaakster met geduld in ontvangst nam. En toen gebeurde er iets, wat mijn verstand te boven gaat. De dame kreeg in de gaten dat ik er stond, draaide zich een kwartslag naar mij toe en zei zonder pardon en vooral erg respectloos, terwijl ze mij met minachting opnam van top tot teen: “Oh, hier staat er zo eentje.” Heel even, een split second, kreeg ik kortsluiting. Maar in die seconde koos ik ervoor om koninklijk, doch erg duidelijk en to the point te blijven.

“Kunt u kort toelichten wat u met deze opmerking naar mij toe bedoelt, mevrouw?”

“…Nou, jij bent er toch zo één? Jij stelde je tijdens het vragen-moment toch voor als alleenstaande moeder met vier kinderen en dat je bij de voedselbank loopt? Jullie gooien heel veel weg wat je krijgt, heb ik van horen zeggen!”

“Oké mevrouw. Mag ik u een toelichting geven? Oké? Dank u.”

Ik vertelde kort dat ik mijzelf herken in deze film, daar ik ook bij de voedselbank heb gelopen. Maar sinds ik als vrijwilliger bij ‘Stichting de Mikkies’ kindjes heb gezien die het thuis nog veel moeilijker hebben dan mijn kinderen heb ik mijn plaats bij de voedselbank afgestaan. Ik zei dat ik mij afvroeg of zij weet hoe het is om een blik zonder etiket om half 6 ’s avonds, open te maken, in de hoop dat er sperzieboontjes in zit en geen abrikoos op sap? En of zij producten over de aangegeven datum in haar winkelwagentje legt? Ze antwoordde op beide vragen met een nee.

Waarop ik zei: “Maar ik ken wél beide kanten. Ik weet waarover ik praat. Rijkdom ken ik en armoede ken ik. Maar uw kortzichtigheid heeft alles te maken met onwetendheid, angst en onzekerheid. Want ik verzeker u mevrouw, dat het iedereen kan overkomen om op een dag ‘niks’ meer te hebben en aan te sluiten in de helaas ellenlange rij bij de voedselbanken, in een land als Nederland. Ik stel mij kwetsbaar op, juist omdat ik hierdoor in mijn kracht sta. Ik wil mensen bewust maken, laten nadenken. Ik wil iedere vrijwilliger die zich inzet bij de voedselbank een hart onder de riem steken. Een dankjewel geven. Iedereen vindt er iets van, iedereen wil het systeem verbeteren. Maar als iedereen nu eens iedereen ziet in zijn of haar geheel, en een hand uitreikt of toereikt. Dan zou de wereld veel liefdevoller zijn, de dagen draaglijker en de rijen korter.“

Het symposium draagt de titel ‘Anders kijken’. ik werd als ‘anders’ aangekeken en hopelijk heb ik deze mevrouw stof tot nadenken gegeven.  In ieder geval wil ik het volgende mijn lezers meegeven, namelijk dat wanneer je eens goed om je heen kijkt, anders kijkt en rijker bent dan je denkt…’

Permanente koppeling naar dit artikel: https://denk-raam.nl/anders-kijken/

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.