Vanaf 1 januari moeten uitkeringsontvangers een tegenprestatie verrichten voor het behoud van hun inkomen. Maar in 14 Rotterdamse wijken wordt er al langer mee gewerkt. Volgend jaar komen er nog eens acht wijken bij.
¨Als ik alleen maar thuis zou gaan zitten, zou ik teveel snoep nemen en veel te dik worden¨, glimlacht de 56-jarige Jenitza Pieters. Ze is een van de gastvrouwen op de Kinderfaculteit in Pendrecht, waar kinderen na schooltijd leuke en leerzame lessen mogen volgen. Het is haar invulling van de tegenprestatie. ¨Ik wijs mensen de weg, haal boodschappen en maak koffie¨, maakt de enthousiaste Pieters duidelijk.
¨De doelstelling van de tegenprestatie is werk verrichten voor behoud van je uitkering¨, verklaart wethouder Struijvenberg van Rotterdam. ¨Er zijn twee groepen bijstandsontvangers. De groep die relatief snel aan het werk kan, doet mee aan een reintegratietraject. Van de andere groep, die dat niet kan, verwachten we een tegenprestatie. En hoeveel hoewel het niet het doel is, verhoogt dat hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt¨.
Activeringsconsulente Nathalie Hellings ondersteunt mensen die een tegenprestatie moeten verrichten. ¨In de groepsvoorlichting maken we duidelijk dat het maximaal om 20 uur per week gaat. Bijvoorbeeld met vrijwilligerswerk, mantelzorg, het volgen van taallessen of een andere cursus. Soms heeft iemand zoveel problemen, dat eerst een hulpverleningstraject noodzakelijk is. Het volgen van zo’n traject wordt ook beschouwd als een tegenprestatie. Je bent immers bezig om je belemmeringen naar werk uit de weg te ruimen¨.
De tegenprestatie is volgens de gemeente Rotterdam goed voor de buurt en de deelnemers zelf. Gebiedsnetwerker Janny van Gils: ¨Veel uitkeringsontvangers verkeren in een isolement. Door hun cursus of vrijwilligerswerk maken ze kennis met nieuwe mensen en voelen ze zich nuttig. Daardoor is bijna iedereen enthousiast en gemotiveerd¨.
¨Natuurlijk maken we wel eens mee dat iemand niet gemotiveerd is¨, zegt wethouder Struijvenberg. ¨Zo’n iemand wordt gekort op diens uitkering. Maar dat gebeurt zelden¨.
Jenitza Pieters heeft het elk geval goed voor elkaar. ¨Ik vind het niet erg om iets te doen voor mijn uitkering. Zo verdien ik eigenlijk mijn centen. In de wijk merk je het ook, dat meer mensen iets gaan doen. En sinds ik dit werk doe, hoef ik niet meer bij de gemeente op gesprek te komen. Dat vind ik fijn¨.
Bron: Stadskrant Rotterdam, dinsdag 30 december 2014