VLAARDINGEN – De CDA fractie is teleurgesteld over de voorjaarsnota. Met name het feit dat 1,6 miljoen euro uit de WMO middelen wordt overgeheveld naar de algemene middelen, vindt geen genade in de ogen van het CDA.
“Al langere tijd geven wij aan het onacceptabel te vinden dat WMO middelen naar de algemene middelen worden overgeheveld”, laat van der Zwan namens de fractie weten. “Nu lezen wij in de nota dat vanaf 2016 jaarlijks (structureel) een bedrag van 1,6 miljoen euro uit de door het Rijk aan de gemeente Vlaardingen beschikbaar gestelde WMO middelen wordt overgeheveld naar de algemene middelen, zodat dit geld aan andere zaken kan worden besteed, zoals de spoortunnel bij de Marathonweg.”
Het college schrijft in de voorjaarsnota dat eind 2015 de WMO reserve een verwachte stand heeft van 7,8 miljoen euro (!) en dat men er daarom voor kiest om vanaf 2016 niet meer in deze reserve te storten, maar dit geld beschikbaar te stellen voor andere doeleinden. Ook wordt rond de 2 ton per jaar aan WMO middelen besteed aan sportdoeleinden. In totaal wordt met deze voorjaarsnota dus vanaf 2016 zo’n 1,8 miljoen euro per jaar onttrokken aan WMO middelen.
“Geld dat de gemeente Vlaardingen wel voor dit doel krijgt van het Rijk en waar in de Tweede Kamer hard om moet worden geknokt”, concludeert Van der Zwan. Volgens hem is de redenatie van het college niet juist. “Er is vanaf 2015 namelijk geen overschot meer in de WMO. Immers, vanaf 2015 wordt de gemeente met 40 procent gekort op het budget huishoudelijke zorg en wordt ook de extramurale zorg verder overgeheveld vanuit de AWBZ naar de WMO; deze overheveling vindt echter plaats met een korting van 25 procent op het huidige budget hiervoor. Alleen al deze twee kortingen van rijkswege leiden vanaf 2015 al tot een financiële strop voor Vlaardingen tussen de 10 en 11 miljoen euro per jaar. Daar komen andere kortingen met betrekking tot verstrekkingen van hulpmiddelen nog bovenop.”
Dat dit beleid geen gevolgen heeft voor Vlaardingers die hulp aanvragen op basis van de WMO, is volgens Van der Zwan een pertinente onwaarheid. “Een overschot kan immers vanaf 2016 alleen nog maar ontstaan wanneer er door de gemeente meer op WMO terrein wordt bezuinigd dan nodig is, gezien het bedrag dat we als gemeente hiervoor jaarlijks ontvangen! En natuurlijk gaat de burger dat merken, door minder of misschien helemaal geen huishoudelijke hulp meer, of het schrappen van dagopvangvoorzieningen voor (licht) dementerende ouderen en andere dagbesteding voor patiënten.”