…maakt mij sterker”. Dit is een vaak geciteerde uitspraak van de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900).
‘Wat mij niet ombrengt’ kan een conflict zijn, een lichamelijke ziekte of een psychische crisis. Nietzsche zelf noemt deze uitspraak een spreuk “uit de krijgsschool van het leven”. Met deze spreuk geeft hij aan dat wat van waarde is, voortkomt uit strijd en zelfoverwinning.
Nietzsches spreuk is een formule van kracht, een zelfbevestiging van sterke mensen. Maar wat als de strijd jou wel verzwakt? Jou misschien niet ombrengt maar wel je krachten aantast? Als elke door jou afgeslagen aanval, bloed en kracht kost die je niet meer terugwint? Wat dan?
De ‘harde’ Nietzsche zou het wel weten: jij bent een zwakke die het verdient ten onder te gaan. “Word hard!” leert Nietzsche zijn volgers.
Liefde voor het noodlot
Maar er is ook een ander belangrijk thema in de leer van Nietzsche, namelijk de ‘amor fati’: het liefhebben van het noodlot. Nietzsche zegt, “Mijn formule voor het grote aan de mens is amor fati: dat iemand het niet anders hebben wil, niet voorwaarts, niet achterwaarts, niet in de eeuwigheid. Het noodzakelijke niet slechts verdragen, nog minder verbergen […], maar ervan houden.”
Dat betekent erkenning van de verbondenheid met de wereld in zijn eerlijke oneerlijkheid, in zijn strijd, chaos en noodzakelijkheid. Waarvan jij een even noodzakelijk deel uitmaakt, met jouw beperkingen en jouw krachten, eigenschappen waarmee je nu eenmaal hebt om te gaan.
De strijd tegemoet treden met een glimlach is waarschijnlijk onrealistisch, doet afbreuk aan het voortdurende gevecht en de pijn van de slag. Maar in momenten van helderheid inzien hoe werkelijk jouw leven is, kan zin geven aan dat leven en wellicht een grijns doen verschijnen.
Wat mij niet ombrengt, is mijn metgezel.
1 reactie
Mooi geschreven, en interessant!