Depressiviteit is een groot probleem dat in totaal meer dan 350 miljoen mensen wereldwijd treft. Geen wonder dat er dan ook veel onderzoeken lopen. Zo kondigde de BBC onlangs “een van de grootste ontdekkingen in de psychiatrie van de laatste 20 jaar” aan . Het gaat hierbij om het onderzoek van professor Bulkmore, hoofd van de faculteit psychiatrie aan de universiteit van Cambridge. Het is gebaseerd op het idee dat sommige mensen door hun grootste beschermer worden bedrogen. Het immuunsysteem verandert hun hersenen. Antidepressiva en psychologische behandelingen zoals cognitieve gedragstherapie helpt bij het merendeel van de mensen met depressieve klachten. Maar er zijn ook veel mensen die niet goed reageren op de huidige behandelmethoden en daarom zijn wetenschappers bezig met onderzoek of het immuunsysteem een depressie kan veroorzaken.
“Het roer moet om”
“Het roer moet om,” zegt professor Bulkmore; “Geschiedenis leert ons dat wanneer we een doorbraak willen op het gebied van behandeling van een aandoening die leidt tot ernstige beperkingen en lijden we zaken helemaal anders moeten bekijken” Hij richt zich op het op hol geslagen immuunsysteem die voor een ontsteking in het lichaam en veranderde stemming zorgt en geeft aan dat we dit allemaal zullen herkennen als je terugdenkt aan de laatste keer dat je griep had. ”Depressie en ontstekingen gaan vaak hand in hand. Wanneer je griep hebt reageert je immuunsysteem hierop, je krijgt een ontstekingsreactie, koorts en vaak verandert daarmee ook je stemming. Je gedrag verandert, je bent minder sociaal, je slaapt meer en trekt jezelf terug. Je krijgt ook negatieve gedachten die karakteristiek zijn voor iemand met een depressie en dit wordt allemaal veroorzaakt door een ontsteking”
Het is een significante verandering in het kijken naar een depressie. Je hoeft geen medelijden te hebben met jezelf als je ziek bent, maar de chemische reacties als gevolg van een infectie hebben een rechtstreekse invloed op je stemming. Een ontsteking is een van de reacties van het immuunsysteem op gevaar. Het is een ingewikkeld proces om het lichaam te laten vechten tegen vijandige krachten. Als de ontsteking te licht is dan loopt de infectie uit de hand, is de ontsteking te zwaar dan is dit op zichzelf schadelijk. Uit onderzoek blijkt dat een derde van het aantal patiënten met een depressie hogere ontstekingswaarden hebben. Er is nu van meerdere kanten bewijs dat duidt op het feit dat verhoogde ontstekingswaarden niet alleen voorkomen bij patiënten met depressieve klachten maar dat ze daadwerkelijk hun aandoening veroorzaken. Dat het immuunsysteem de werking van de hersenen verandert. Zo bleek bij een onderzoek bij reumapatiënten waarbij de ontstekingen van de gewrichten werd bestreden met medicatie dit tot gevolg had dat de stemming van de reumapatiënten aanzienlijk verbeterde. Uit hersenscans kon worden afgeleid dat er meer aan de hand was dan alleen het feit dat de patiënten vrolijker waren omdat ze minder pijn hadden. De onderzoekers zagen veranderingen in de gebieden van de hersenen die verantwoordelijk zijn voor onze stemmingen.
Nieuwe vorm van een antidepressivum
Ook aan de Universiteit van Huddersfield is een groep wetenschappers onder leiding van Dr. Patrick McHugh een onderzoek gestart dat kan zorgen voor een succesvollere behandeling van depressies. Hiervoor worden op dit moment uitgebreide voorbereidingen getroffen aan de European Lead Factory (ELF), een van de belangrijkste laboratoriums voor medicijnontwikkeling ter wereld. De uitkomsten van dit voorwerk komen in handen van Dr McHugh, directeur van de University’s Centre for Biomarker Research (CeBioR). Ze zullen bestaan uit chemische stoffen die mogelijk geschikt kunnen zijn voor de ontwikkeling van een nieuwe vorm van een antidepressivum. ‘De kans dat een antidepressivum bij iemand aanslaat is momenteel erg laag, soms slechts 50%.’ aldus Dr. Mc. Hugh. ‘Bovendien duurt het een paar weken voordat er een passende therapeutische reactie, of het uitblijven daarvan, waarneembaar is. In die tussentijd houdt de cliënt zijn klachten en blijft de kans op zelfmoord bestaan. Om die reden is er een sterke medische behoefte aan medicijnen die therapeutisch gezien meer effect hebben.’
‘Het merendeel van de antidepressiva richt zich op de overdracht van neurotransmitters. Bij recent onderzoek zijn echter receptoren geïdentificeerd die kunnen helpen betere antidepressiva te ontwikkelen. Ons onderzoek kijkt of het kleine moleculen kan identificeren die een interactie met deze receptoren aan kunnen gaan en deze kunnen beïnvloeden. Als ons dit lukt, kunnen we de moleculen optimaliseren voor evaluaties in vervolgstudies. Hierin kunnen we dan hun geschiktheid als antidepressivum aantonen.’ Het onderzoek van de Universiteit van Huddersfield maakt gebruik van diverse biochemische receptoren die mogelijk kunnen leiden tot de ontwikkeling van een verbeterd antidepressivum. Voor de volgende fase van het onderzoek zijn chemische stoffen nodig die voldoen aan de medicijndoelstellingen.
Voor de aanlevering van deze chemische stoffen heeft Dr. McHugh een verzoek neergelegd bij de ELF en diverse andere Europese partners. De ELF beschikt over een soort ‘bibliotheek’ van chemische stoffen. Deze kunnen automatisch worden gescreend wanneer onderzoekers een chemisch assay indienen en beschrijven wat de medicijndoelstellingen zijn. Dr. McHugh: ‘Deze bibliotheek van chemische stoffen is erg belangrijk voor het genoemde onderzoek van de Universiteit van Huddersfield.’ Een groep experts van de door de Europese Unie gesteunde ELF bekijkt elk verzoek om deze dienst te gebruiken. Dr. McHugh is erg blij dat zijn project uitgekozen is door de ELF. ‘Ze gaan alleen in op verzoeken waarvan ze verwachten dat de uitkomsten waardevol zijn.’ De ELF is gestart met een bestand van 300.000 chemische stoffen. Ondertussen is dit aantal tot 1500 potentiële kandidaten teruggebracht. De bedoeling is om dit verder te reduceren tot ongeveer 20-30 chemische stoffen. Als dit moment is aangebroken, zullen de chemische structuren van de desbetreffende stoffen worden overgedragen aan Dr McHugh. Hierna start de volgende fase van het onderzoek, waarvoor extra subsidies nodig zijn.
Bron: GGZnieuws