Nadat het Ministerie van VWS in 2014 de belangrijkste doelstellingen voor de invoering van E-health vaststelde, is nu een tussenmeting beschikbaar (zie verder). Daaruit blijkt dat de doelgroep (zieken) nog amper op de hoogte is van de mogelijkheden en/of over de nodige techniek (kan) beschikken. Als er al gebruik van wordt gemaakt, blijkt met name de nodige communicatie tussen de doelgroep en hun hulpverlener(s) nog achterwege te blijven. Er is dus voor de beoogde doelgroepen nog veel meer informatie en aanbod (aan technische mogelijkheden) vereist om de beoogde doelstellingen te realiseren..
Algemeen zoekt Nederland (VWS) naar vormen van meer gemengde zorg:
Blended care = de combinatie van de persoonlijke gesprekken met de zorgverlener (face-to-face of 1 op 1) en elektronische zorg, zoals chat, beeldbellen, online behandelingen en inzage in het eigen gezondheidsdossier.
EHealth = elektronische gezondheidszorg (online via regulier/vast internet).
MHealth = mobiele gezondheidszorg (via tablet of smartphone; niet plaatsgebonden).
Anonieme e-mental health = enkel voor mensen die “de stap naar de reguliere GGZ of Verslavingszorg nog niet hebben gezet, maar waarvoor die zorg wel geïndiceerd is”.
Mogelijk (lees: waarschijnlijk) om redenen van schaamte of angst voor stigmatisering.
Ook deze zorg wordt aangemoedigd (lees: gesubsidieerd) door VWS als “de anonimiteit psychisch noodzakelijk is om behandeld te worden”. Hierbij is landelijk aanbod vereist voor met name jongeren.
Serious games = ernstige (computer)spellen met een combinatie van gericht spelen, denken, doen, informeren, kennis opdoen en vaardigheden aanleren/trainen.
Virtual reality exposure-therapie = de echte wereld vervangen door een fictieve wereld waarin de doelgroep kan oefenen met moeilijke situaties. Vooralsnog vooral bruikbaar bij het behandelen van fobieën (hoogtevrees/vliegangst) en angststoornissen (paniek/straatvrees).
Uiteraard is dit alles ingegeven om de zorg betaalbaar te houden en/of (tijdig) erger (en dus duurder) te voorkomen. De Engelse taal is daarbij kenbaar noodzakelijk als voertaal, ook al omdat Nederland internationaal de koppositie heeft in het gebruik van internet en die positie nu ook zoekt in de ontwikkelingen van EHealth.
Samenvatting van de tussenstand (bron: NIVEL, d.d. 8 juli 2015)
Doelstelling 1: Inzage medische gegevens
“Binnen 5 jaar heeft 80% van de chronisch zieken direct toegang tot bepaalde medische gegevens, waaronder medicatie-informatie, vitale functies en testuitslagen, en kan deze desgewenst gebruiken in mobiele apps of internetapplicaties. Van de overige Nederlanders betreft dit 40%.”
Resultaat nulmeting: Nu heeft ca. 10% van de chronisch zieken inzage gehad in hun medische gegevens via internet bij één of meerdere zorgverleners in het afgelopen jaar. Zij blijken de inzagemogelijkheden in hun medische gegevens via het internet niet te kennen.
Doelstelling 2: Zelfmetingen en telemonitoring
“Van de chronisch zieken (diabetes, COPD) en kwetsbare ouderen kan 75%, die dit wil en hiertoe in staat is, binnen 5 jaar zelfstandig metingen uitvoeren, veelal in combinatie met gegevensmonitoring op afstand door de zorgverlener.”
Resultaat nulmeting: Van alle chronisch zieken doet nu 40% zelfmetingen, van de kwetsbare ouderen 36% voor waarden zoals gewicht, bloeddruk of bloedsuikerwaarde.
Ca. 50% van de chronische zieken en 40% kwetsbare ouderen die zelf meten doen dit alleen voor zichzelf en delen de metingen vervolgens niet met hun zorgverlener.
Ze doen het dus vooral ter controle of hun meetwaarden binnen bepaalde grenzen blijven.
Doelstelling 3: Beeldschermzorg en domotica
“In vijf jaar kan iedereen die zorg en ondersteuning thuis ontvangt – desgewenst – via een beeldscherm 24 uur per dag met een zorgverlener te communiceren.
Naast beeldschermzorg wordt hierbij ook domotica ingezet. Dit draagt eraan bij dat mensen langer veilig thuis kunnen wonen.”
Resultaat nulmeting: Nog maar 5% van de mensen die thuis zorg ontvangen kan/wil via een beeldscherm daadwerkelijk (real time) contact maken met hun zorgverlener.
Nictiz (het expertisecentrum voor standaardisatie en eHealth), en NIVEL, (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg), onderzochten voor het VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) waar we nu staan. Zie de uitkomsten in het tussenrapport eHealth-monitor 2015 en in een infographic.
Later dit jaar volgt de eHealth-monitor 2015.