In mijn vorige column vroeg ik mij af wat voor zin het heeft om mensen met een depressie op te lappen met pillen, hardlopen of therapie als zij niet de kans krijgen weer mee te draaien in de maatschappij, waarin zelfs mensen zonder ‘vlekje’ moeilijk aan de slag komen. Het gevoel nutteloos te zijn en er niet bij te horen is de basis van talloze psychische problemen.
Anderzijds is het ‘meedoen’ in het huidige arbeidsklimaat ook geen garantie voor een goede geestelijke gezondheid. In deze tijd van ‘voor jou tien anderen’ werken velen zich tien slagen in de rondte in de hoop op een halfjaar contractverlenging. Ook hier liggen psychische klachten, zoals overspannenheid en burn-out, op de loer.
Een gebrek aan waardering speelt zowel veel werklozen als werkenden parten. De werklozen, omdat zij als maatschappelijk probleem worden beschouwd, maar niet de kans krijgen hun talenten in te zetten. De werkenden, omdat niet zij, maar winst en rendement op de arbeidsmarkt centraal staan, en de waardering voor hun werk er vaak slechts uit bestaat dat zij niet op straat worden gezet.
Martijn van Dam werd onlangs niet echt serieus genomen als kandidaat-fractieleider van de PvdA. Jammer, want hij had een gedurfd voorstel: de 25-urige werkweek. Die kent vast allerlei haken en ogen, maar het lijkt mij een prima middel tot het scheppen van méér banen met mínder werkdruk. Meer menselijke maat en meer kansen voor iedereen. Mij zou het niks verbazen als de ggz het dan een stuk rustiger krijgt