De forel die je koopt in de winkel is meestal gekweekt, vooral de regenboogforel wordt veel gebruikt in de visteelt. Bij onze grote ‘let op de kleintjes’ grutter ligt de “staalkop zalmforel” in het schap, speciaal gekweekt om op te eten, dikwijls uit Frankrijk en België. Voor consumptie wordt ook in andere landen gekweekt. Stromend, schoon water en een vrij constante temperatuur zijn gewenst. Ook wordt er wel gekweekt met een water/filter/circulatiesysteem.
Het vlees van een regenboogforel in de natuur is roze door het eten van kleine garnaal en kreeft. Een gekweekte forel eet dat niet en is dus grijs, tenzij de kleurstof astaxanthine (een carotenoïde, E-nummer E161j, een uiterst krachtig anti-oxidant; natuurlijk (uit de bloedregenalg) dan wel chemisch (uit de petrochemische industrie) vervaardigd bij het voedsel wordt gedaan om toch de gewilde roze vleeskleur te verkrijgen. Regenboogforellen worden ook veel gekweekt om uit te zetten voor sportvissers. Dan vang je dus semi-natuur. Door matige waterkwaliteit zijn de meeste forelsoorten in het wild bedreigd. In Nederland wordt ook wel forel gekweekt, maar dat is nog maar op kleine schaal.
Voor door de weeks is een forel best prijzig, maar let op de 35% sticker 🙂
en trakteer jezelf !
Forel geroosterd – uit de oven; verderop meer suggesties.
Ingrediënten per persoon:
- 1 hele forel, schoongemaakt (ingewanden, kieuwen, vinnen)
- 1.5 eetl. verse tijm, de blaadjes
- wat zeezout en zwarte peper uit de molen naar smaak
- 1 el olijfolie
- ½ citroen
- 1 laurierblaadje, of takje rozemarijn, liefst ook vers
Verwarm de oven – hoogste stand -voor.
Was je forel van binnen en van buiten en dep deze daarna droog met keukenpapier.
Geen verse tijm ? Neem dan verse oregano of gewoon peterselie, want gedroogd kruid werkt hier niet goed.
Wrijf in een vijzel de tijm fijn met wat zeezout, gemalen peper en de olijfolie. Wrijf de forellen met dit mengsel in, van binnen en van buiten.
Snijd de citroen doormidden een punt van een helft zodat die daarop kan staan. Maak een sneetje in het vruchtvlees van de citroenhelft en steek het laurierblad of de rozemarijn er in. Snijd nog twee dunne plakjes van de andere helft en stop die in de buik van de vis.
Leg de forel en zet de citroenhelft in een braadbakje en bak ze ongeveer 12 minuten in de oven.
Controleer of de vis gaar is: probeer in het dikste stuk van de forel het visvlees van de graat te trekken. Of de middenrugvin eruit te trekken als die er nog aan zit. Als dat eenvoudig gaat is de forel gaar. Zo niet, zet je ‘m nog een paar minuten terug in de oven. Zodra de forel gaar is, moet het vel lekker krokant zijn.
De geroosterde citroenhelft is nu zoet en zacht, de laurier of rozemarijn geeft er ook extra smaak aan. Deze serveer je erbij en kun je erover uitknijpen. Ook rest van de andere helft kun je erbij geven, als je wel van een frisje houdt.
Lekker met aardappelen; gekookt, gebakken of gepureerd en wat groente waar je van houdt (broccoli, bospeen, asperges, bietjes) of een eenvoudige sla.
Bij gekookte aardappelen kan je lekker wat ‘jus’ maken van een klontje boter waar je een eetlepel kappertjes in bakt, kruiden met wat peper en zout.
Voor meer mensen even eenvoudig klaar te maken: neem meer van alles en een grotere ovenschaal. Peper- en zoutmolens erbij op tafel.
Geen oven ? Geen nood.
Zout en peper de forel binnen en buiten en haal hem door de bloem (meel).
Even afkloppen en bruin bakken in een koekenpan in boter. Ca. 5 min. per kant. Serveer met citroen en fijn gehakte peterselie. Ook erg lekker.
Dat noemen ze dan “a la meunière” in Frankrijk: heel sjiek op de wijze van de molenaarsvrouw (zie daar de bloem).
“Vaste begeleiders: citroen, peterselie en ook wel geroosterde, geschaafde amandelen”.
Stoven in wat vocht (witte wijn) en een klontje boter kan ook, evenals stomen (erg gezond natuurlijk) of op de barbecue. Doe dat laatste wel voorzichtig met een speciaal visrooster of wat alufolie tegen het vastplakken.
Ben je zelf sportvisser of je beste buurman wellicht ?
Dan kun je mogelijk aan superverse forel komen. Alleen dan kan je je wagen aan “truite bleu”, ofwel blauw gepocheerde forel, ook al zo’n Franse klassieker.
Je begint dan met een “court bouillon”, verhoudingen zie onder.
Doe in een flinke pan met water: gesneden ui, soepgroenten, jeneverbessen, peperkorrels, laurierblaadjes en zout en laat een half uurtje pruttelen.
Was de vis voorzichtig en behandel met natte handen, niet schubben !, de slijmlaag moet heel blijven. De vis alleen licht zouten. Leg de vis(sen) in hapjespan of braadslede.
Breng nu (voor twee forellen) 125 ml wijnazijn aan de kook in een steelpannetje en giet dit over de vis. Giet vervolgens de bouillon erover en breng het geheel aan de kook. Zodra het pruttelt het vuur heel laag draaien en ruim 10 minuten pocheren. Doe de gaartest met de rugvin.
Met twee schuimspanen voorzichtig uit het vocht scheppen, goed laten uitlekken en op je bord(en) leggen. Garneren met peterselie en plakjes citroen. Wordt vaak opgediend met gekookte aardappels, gesmolten boter, worteltjes of groene sla.
Verhoudingen bouillon voor 2 forellen:
2 l water
250 gr fijne soepgroenten
1 ui, gesnipperd
8 jeneverbessen, 8 peperkorrels
2 laurierblaadjes
1,5 el zout
Eet smakelijk, welke variant je ook klaar maakt.
En let in alle gevallen op de graten, ook al vallen die bij deze forel wel mee.
Bron: Franse klassiekers, AH en wiki, d.d. 30-08-2014