Verenigd Koninkrijk, 2013, Stephen Frears, 98 minuten, drama
De film vertelt het verhaal van een oude vrouw (Judi Dench) die dankzij haar dochter in aanraking komt met de ontgoochelde journalist Martin Sixsmith (Steve Coogan). Hij laat zich door beide dames overhalen een human interest stuk te gaan schrijven over haar verhaal. Op jonge leeftijd – in de jaren ’50 van de vorige eeuw – raakte Philomena als tiener zwanger en werd ze door nonnen gedwongen haar kind af te staan, zoals blijkbaar meer gebeurde in die tijd. De meisjes zagen de kinderen nooit meer terug en de titelheldin van deze film haalt Steve Coogan over met haar in de Verenigde Staten te gaan zoeken naar haar verloren zoon. Aanvankelijk heeft de journalist weinig goesting om in dit verhaal meegezogen te worden maar uiteindelijk verandert zijn houding danig. Tussen hem en Philomena ontstaat en passant ook nog een mooie vriendschap die voor komische momenten zorgt.
De film is losjes gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Philomena Lee, beschreven in het boek “The Lost Child of Philomena Lee” van Martin Sixsmith. Behalve de hardvochtige praktijken van de katholieke kerk, waarbij nonnen pasgeboren baby’s van tienermoeders verkochten aan echtparen en elk spoor hiervan vernietigden, behandelt de film ook het verschil tussen geloof en ongeloof, teleurstelling en acceptatie en cynisme en naïviteit. Er is een flinke portie hilariteit gemoeid met de verschillen tussen Philomena en de journalist. Maar het uiteindelijke verschil tussen hen komt neer in één van de zwaardere segmenten van het morele spectrum.
Philomena is een echte arthouse film die vooral bezocht wordt door de wat oudere vrouw. Tijdens de voorstelling moet je niet gek opkijken als er overal om je heen zakdoekjes tevoorschijn worden gehaald uit handtassen van diverse pluimage. En wie weet, misschien pink je zelf ook nog wel een traantje weg.