Ze blijven een terugkerend onderwerp voor politieke en maatschappelijke discussie. Bijna verworden tot een symbool van intolerantie en onbegrip: hoofddoekjes. Wanneer het nieuws of verhitte discussies op sociale media hier voor de zoveelste keer melding van maken, denk ik terug aan een voorval dat ik vele jaren geleden meemaakte…
Botte bekrompenheid
Ik werkte destijds als klassenassistent in het speciaal onderwijs, en ging in die rol mee tijdens een schoolreisje naar een pretpark. Een van mijn leerlingen raakte op een erg verdrietige manier geconfronteerd met de botte bekrompenheid van sommige mensen. Samira was een gezellige pubermeid van twaalf. Afkomstig uit een degelijk Marokkaans gezin met een islamitische levensovertuiging. Op school droeg ze vaak een hoofddoek, maar vandaag niet. Nadat ik naar het waarom had gevraagd, vertelde ze dat ze van haar ouders zelf mocht beslissen of ze deze wilde dragen of niet. ‘Maar hij zit wel in mijn tas hoor!’, zei ze met een knipoog.
Blonde jongen met een rood petje
Ze verdween met een clubje vriendinnen het pretpark in, dat dusdanig kleinschalig was dat je elkaar zo weer tegenkwam. Dat moment liet niet lang op zich wachten. Na een halfuur trof ik het groepje aan bij een kraampje dat limonade en snacks verkocht. Een paar meter verder stonden een paar oudere jongens die niet bij onze school hoorden. Een blonde jongen met een rood petje op scheen buitengewone interesse te hebben voor Samira. Hij stootte zijn vrienden aan, en keek enthousiast fluisterend in haar richting. Hij vond haar leuk,dat kon niet missen! Nadat de meisjes waren uitgedronken en gegeten, stapte Samira naar het toilet. De jongens besloten ook dat het tijd was om verder te gaan, en liepen verder het park in.
Stinkturk
Samira kwam niet veel later het toilet uit met haar hoofddoek om, blijkbaar had ze hier behoefte aan. Waren de blikken van de jongens haar misschien ook opgevallen? Ik besloot ergens koffie te gaan drinken, alvorens nog maar eens een ronde te gaan doen. Later op de middag herhaalde het tafereel bij de snackkraam zich opnieuw, maar dit keer met een nare bijkomstigheid. Samira stond in de rij voor een versnapering, toen de jongens van eerder die middag kwamen aanlopen. De blonde jongen met het rode petje keek opnieuw naar Samira. Echter was zijn blik totaal veranderd. Hij draaide zich om naar zijn vrienden, waarna ik hem hoorde zeggen dat ze moesten doorlopen. ‘Niet te dicht in de buurt komen bij die stinkturk’.
‘beter een doekje om je hoofd, dan een bord voor je kop!’
Ondanks dat Samira hiervan niets merkte, raakte het mij diep. Het meisje dat hij eerder op de dag wel had willen versieren, was nu ineens een stuk vuil geworden. Dit slechts door een stukje stof om haar hoofd! Ondanks dat dit zich zo’n achttien jaar geleden heeft afgespeeld, blijft dit thema helaas actueel. Onderdrukking van vrouwen zal altijd blijven bestaan, het wel of niet dragen van een hoofddoek hoeft hier weinig mee te maken te hebben. Toch blijft dit wel het stokpaardje van degenen die anti-islam en dus anti-hoofddoek zijn. Juist omdat het huidige politieke klimaat de islam afschildert als iets vreselijks, zullen steeds meer jonge meisjes hun geloof willen uitdragen middels een moderne modieuze hoofddoek. En ik heb het jaren geleden al gezegd… ‘beter een doekje om je hoofd, dan een bord voor je kop!’.
2 reacties
Goed artikel, Bob!
Treurig dat dit soort dingen nog steeds gebeuren. Laren we hopen dat mensen verstandiger gaan worden. Goed stuk!