Als psychische aandoeningen in een vroeg stadium worden vastgesteld, kunnen kinderen normaal functioneren in de maatschappij. Dat zeggen de oprichters van de campagne diagnose heel normaal.
De bezorgdheid voor overdiagnosticering van kinderen is onterecht. Alleen door te onderzoeken of kinderen een psychische stoornis hebben, zoals ADHD of autisme, kunnen ze de begeleiding krijgen die ze nodig hebben. Dat maakt Sterre Hunvie medeoprichtster van de campagne diagnoseheelnormaal duidelijk. Ze gaat hiermee in tegen de toenemende angst dat een diagnose remt in hun ontwikkeling en sociale uitsluiting in de hand werkt.
Hunvie, die zelf drie kinderen heeft, is ervaringsdeskundige. Haar oudste zoon Vincent heeft het syndroom van asperge (een vorm van autisme), bij haar 9-jarige andere zoon werd ADD (aandachtstekortstoornis) vastgesteld, maar die diagnose is het beste wat hem is overkomen. “Aanvankelijk vond ik het verschrikkelijk om te vernemen dat Victor asperge heeft, maar de diagnose is het beste wat hem de laatste jaren is overkomen. Victor krijgt nu de juiste behandeling en leert waarom de maatschappij om hem heen anders is dan hij. Mijn zoon volgt speciaal onderwijs en heeft een begeleider die wekelijks met hem oefent. Het gaat uitstekend met hem op school. Victor is minder snel kwaad en kan voor het eerst in een normale ploeg voetballen. De periode dat Victor zich door anderen niet begrepen voelde ligt achter hem”.
Hunvie raadt alle ouders aan hun kinderen bij problemen tijdig en goed te laten diagnosticeren. “Als vreemd gedrag onverklaarbaar is, worden kinderen eenzaam en gaat het van kwaad tot erger. Maar als je weet wat er met je kind aan de hand is gaan er deuren voor je open. Victor en Vincent zijn het bewijs dat je met de juiste begeleiding goed kan functioneren in de samenleving”.
De campagne heeft ook als doel om vooroordelen weg te nemen. “De onwetendheid over ADHD, autisme en angststoornissen is nog altijd groot. Mensen die daar last van hebben worden nog te vaak als ‘niet goed’ bestempeld. Ouders worden regelmatig beschouwd als slechte opvoeders. Van al die problemen en misverstanden moeten we af. Meer begrip en bekendheid zorgen ervoor dat meer mensen zich laten onderzoeken en de begeleiding krijgen die ze nodig hebben”.
Bron: Metro Rotterdam, maandag 14 oktober 2014