De regering en de sociale partners spraken af dat er in 2026 totaal 100.000 extra banen moeten zijn voor mensen die door arbeidsbeperking het wettelijk minimum loon niet kunnen verdienen. Uit de eerste tussen-meting van de banenafspraak blijkt dat werkgevers al veel meer mensen met een arbeidsbeperking aan de slag hebben geholpen dan was gepland 9.224 (i.p.v. 6.000 per eind 2015). De overheid realiseerde er 1.508 en is daarmee dus pas op de helft van haar doelstelling (gepland 3.000 per eind 2015).
Via de Participatiewet worden de extra banen bevorderd door o.a. loonkostensubsidie, jobcoaches en zo nodig aanpassingen op de werkvloer.
Wat in de eerste meting opvalt is dat ca. 2/3 van de extra banen via ‘inleenverbanden’
tot stand kwamen. Het gaat dan om mensen die vanuit een sociaal werkbedrijf worden gedetacheerd voor werkzaamheden bij een regulier bedrijf, vooral mensen die op de wachtlijst stonden voor een plek bij een sw-bedrijf. Dus gezien deze meting plaatsen gemeenten en sociale partners mensen met een plek op de wachtlijst en Wajongers inderdaad, zoals afgesproken, met voorrang op de extra banen.
Staatssecretaris Klijnsma: “We zijn er zeker nog niet, maar dit is een zeer bemoedigend begin. Ik reken op een goed vervolg. Dat is ook nodig want het is de hoogste tijd dat ook mensen met een beperking een eerlijke kans krijgen om volop mee te doen op de arbeidsmarkt.” Zelf geeft ze natuurlijk het goede voorbeeld and the sky is the limit! >>>