Het werkwoord ‘gaan’ wordt vaak gebruikt in de betekenis van zullen. Iets wat nog moet plaatsvinden. ‘Die gaan blijven’ zitten in plaats van ‘die (leerlingen) zullen (dit jaar) blijven zitten’. Iemand die zegt: “Die ga ik nog niet mogen noemen”, beweert dat hij iets nog niet mag of wil zeggen, maar in de toekomst misschien wel. Heel lelijk klinkt de belofte van een presentator: “Wat wij gaan laten zien…”, Gaan kan worden weggelaten. Ook wanneer je zegt dat je iets niet zal gaan laten gebeuren.
Iets anders waar ik me aan stoor is het door elkaar halen van enkel- en meervoudsvormen. Wat te denken van ‘dat de kwaliteit van rapporten goed zijn’ of ‘dat soort onderzoeken niet plaatsvinden’ (kwaliteit en soort zijn enkelvoud). Het begrip media (meervoud) wordt vaak gevolgd door een derde persoon enkelvoud, terwijl media een meervoudsvorm is: ‘De media is weer verdwenen’. Het enkelvoud van media is medium, net als musea-museum. Dat data heel belangrijk kan (moet zijn: kunnen) zijn, zie media. “Privé en werk loopt door elkaar”, zegt iemand die privé en werk niet kan scheiden. Privé is weliswaar enkelvoud, en werk ook, maar in de opsomming vormen ze het meervoud en moet je zeggen dat privé en werk door elkaar lopen.
Wie bang is om fouten te maken, maakt juist een fout door ‘te correct’ te willen spreken: “Een begroting die vier keer zo groot is dan… “Het woord ‘dan’ wordt hier gebruikt in plaats van ‘als’, nota bene door een Kamerlid. “We hadden nooit in deze situatie terecht moeten raken”, zegt een spreker die bedoelt: ‘terecht moeten komen’ of ‘in deze situatie moeten geraken’. Een enkele keer zie je bij een foute beeldspraak dat beeld voor je. Bijvoorbeeld wanneer iemand zegt te hopen dat de onderste steen boven water komt. Ik zie dan onmiddellijk de Stratenmaker op zee voor me.