Op maandag 16 september 2019 organiseerde de Pauluskerk na 3 jaar alweer de tweede Rotterdamse daklozen dag, een dag vol verhalen die eigenlijk ieder jaar zou moeten gebeuren. Verhalen van onderzoekers, van professionals, van vrijwillige hulpverleners en ook van daklozen zelf zodat het niet alleen een dag over hen, maar ook met hen werd….
En dat is ook hard nodig want het aantal daklozen is in 10 jaar meer dan verdubbeld en er zijn zelfs 3 maal zoveel dakloze jongeren. In Nederland zijn er nu dik 40 duizend mensen dakloos en 1 op de 10 van hen woont in Rotterdam. Minstens 4.000 dus. Met als gevolg overvolle opvanghuizen om hen een bed te geven, vaak in stapelbedden boven elkaar in een slaapzaal.
Ook op het Centraal station stond die maandagmorgen een bed met een gast van de Pauluskerk er in om aandacht te trekken voor de Daklozendag. Bezoekers van de Pauluskerk hadden ook kussens gemaakt met toepasselijke opschriften op de sloop zoals “In gelul kan je niet wonen” van wethouder Jan Schaefer, ooit wethouder woningzaken in Amsterdam.
Toch slaapt er hier maar zo’n 100 tot 150 daklozen werkelijk op straat in Rotterdam. De anderen slapen bij vrienden op de bank, of in een caravan, busje of boot. Evenzo waren er bij de bijeenkomst in de Pauluskerk maar 2 daklozen waarvan 1 zijn verhaal deed. Verder hulpverleners, vrijwilligers, ambtenaren en geïnteresseerde bezoekers zoals deze Denkraam redacteur.
Frenk van der Linden, de dagvoorzitter die de interviews deed maar ook de sprekers door heldere vragen duidelijke uitspraken liet doen, wees er op dat Burgemeester Aboutaleb had gezegd: “In Rotterdam hoeft niemand op straat te slapen” … Zo’n 150 mensen wel dus…
Dominee Dick Couvee, bevlogen en bewogen als altijd, begon als eerste spreker meteen met een voorbeeld van een man van 42 die na behandeling voor een psychose door de kliniek met 1 pil op zak weer de straat op was gestuurd. Zoals hij zijn er velen die door schulden, verslaving, alcohol of verward gedrag op straat komen. Hieronder ook veel jongeren en mensen uit Oost- en Midden-Europa.
Zo heeft de invoering van de kostendelersnorm waarmee de overheid wilde bezuinigen op de uitgaven voor bijstand er toe geleid dat veel gezinnen hun volwassen geworden kinderen op straat zetten om genoeg bijstand over te houden als dat kind nog geen werk heeft en een inkomen om een financiële bijdrage aan de ouders te kunnen betalen. Wethouder Sven de Langen, een man die het ook letterlijk hogerop zoekt en zo zijn naam eer aan doet, streeft er naar om kwetsbare mensen direct en als eerste een huis te geven en zet daartoe een proefproject op voorlopig eerst voor 25 personen. In andere steden, ook in het buitenland werkt “Housing First” goed omdat de dakloze dan een woning en een legaal adres heeft. Dat betekent minder strijd en tijd om te overleven. Verder de mogelijkheid om bijstand aan te vragen, bereikbaarheid voor schuldhulp en en vaste begeleiders voor sociale en psychische problemen.
Ook de Pauluskerk streeft naar een opvangnet voor de daklozen. In de periode 2006 – 2014 heeft Rotterdam zo’n 4,5 duizend daklozen van straat gehaald. Waarom dan nu weer zo’n stijging van de aantallen ? Volgens een enquete van Maurice de Hond is een meerderheid van de Rotterdammers voor de opvang van daklozen, dus vooruit er mee, niet alleen een proef van 25 personen, maar iedereen weer onderdak !