Bij mensen met depressieve klachten is een specifiek deel van de hersenen actiever dan bij niet-depressieven. Dit zijn met name de hersengebieden die betrokken zijn bij emotionele reacties. Deze gebieden reageren bij depressieve mensen sterker op negatieve informatie en juist minder sterk op positieve informatie.
Dit verschijnsel was het meest sterk aanwezig bij mensen met een negatieve denkstijl. Dit blijkt uit het proefschrift van hersenonderzoekster Nynke Groenewold van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zij promoveert op 11 november aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Groenewold onderzocht wat er spaak loopt in de hersenen van iemand met een depressie. Zij ging tevens na of mensen met kwetsbaarheid voor depressie, sterkere afwijkingen in de hersenen laten zien. Groenewold analyseerde hiervoor de gegevens van liefst 44 studies naar hersenactiviteiten bij mensen met en zonder depressie. Hieruit bleek dat die delen van de hersenen die betrokken zijn bij de emotionele reacties, bij depressieve mensen sterker reageren op negatieve informatie en minder sterk op positieve. Groenewold ging in verschillende studies nader in op dit aspect. Zij toonde hierbij aan dat juist bij mensen met een negatieve denkstijl de verhoogde hersenactiviteit voor negatieve informatie het sterkst aanwezig was.
Groenewold onderzocht verschillende risicofactoren voor depressie en ging na of er een verband was met het klachtenpatroon. Risicofactoren bleken daarbij voorspellend te zijn voor het klachtenpatroon van de depressie. Uit haar studies bleek dat depressieve mensen met een negatieve denkstijl over een langere periode de sterkste emotionele klachten lieten zien; zij ontwikkelen sneller depressieve klachten en komen er minder snel vanaf als deze aanwezig zijn. Verder bleek dat mensen met depressie na een hartinfarct evenveel lichamelijke klachten hadden als andere depressieve mensen, maar minder last hadden van psychologische klachten.
Groenewold ging na of een behandeling tegen depressie bij mensen met een negatieve denkstijl hen minder kwetsbaar kan maken. Mensen met depressieve klachten lieten een daling in negatieve denkstijl zien, wanneer hun depressieve klachten opknapten; welke soort behandeling zij kregen, bleek hierbij niet uit te maken. Deze daling hield zelfs tot twee jaar na aanvang van de studie aan.
Volgens Groenewold biedt het feit dat nu vaststaat dat een specifiek hersengebied niet goed lijkt te werken bij mensen met depressie, aanknopingspunten voor behandeling.
Groenewold: ‘Voor mensen bij wie andere behandelingen geen resultaat bieden, is hierbij te denken aan een hersenoperatie met deep brain stimulation. Hiermee zijn de activatiepatronen in dit deel van de hersenen te veranderen’.
Zij pleit verder voor het vroegtijdig in kaart brengen van de kwetsbaarheid van mensen, nu uit haar onderzoek blijkt dat de meest kwetsbaren de meest ernstige afwijkingen in de hersenen hebben en er binnen de groep mensen met depressie belangrijke individuele verschillen zijn.
Depressie is een aandoening waarbij iemand zichzelf langdurig somber voelt en moeite heeft in actie te komen en plezier te ervaren. Een depressie kan serieuze gevolgen hebben, zoals een onvermogen om te werken, isolement en in uitzonderlijke gevallen de keuze om zichzelf van het leven te beroven. De aandoening begint in de meeste gevallen rond het twintigste levensjaar en komt helaas vaak terug. De ziektelast van depressie is erg hoog, zowel voor het individu en diens omgeving, alsook voor de maatschappij
Bron: Medicalfacts.nl