EMDR staat voor Eye Movement Desensitization Reprocessing, een therapienaam die gaandeweg dit stuk duidelijk zal worden. Doel van dit artikel is om EMDR (opnieuw) onder de aandacht te brengen van mensen die er baat bij kunnen hebben.
Vanaf 1989 werd EMDR als therapie ingezet voor traumaverwerking bij volwassenen met een Post-Traumatische Stress Stoornis (PTSS). Dit is een persoonlijkheidsstoornis veroorzaakt door een traumatische (schokkende) gebeurtenis of periode in het leven van de cliënt. Later is de inzet van EMDR uitgebreid naar kinderen, en werd EMDR meer in het algemeen toegepast op nare ervaringen of situaties die bij de cliënt hebben geleid tot een persoonlijkheidsstoornis.
De kern van de therapie is grofweg als volgt. De cliënt kiest een beeld dat bij een bepaalde nare herinnering hoort. Terwijl hij/zij het beeld voor zich ziet, volgen zijn/haar ogen gedurende een bepaalde periode tegelijkertijd een links-rechts-links beweging. Via deze weg verliest het beeld zijn negatieve lading. De “leidende” beweging die gevolgd wordt door de ogen, kan een vingerbeweging zijn op zekere afstand van de ogen, of een lichtsignaal.
‘Eye movement’ is Engels voor oogbeweging; dat verklaart de ‘EM’ in ‘EMDR’. We beschrijven nu de therapie in meer detail.
Acht fases
De therapie kent acht fases.
In de eerste fase (Geschiedenis en therapieplanning) wordt de levensgeschiedenis van de cliënt doorgenomen en worden de nare herinneringen geïnventariseerd die zullen worden aangepakt.
In de tweede fase (Voorbereiding) wordt er geoefend met ontspanningstechnieken waarmee de spanning die ontstaat tijdens een sessie kan worden verminderd. Vaak zal worden gezocht naar een specifiek “veilig” beeld, dat voor ogen kan worden geroepen wanneer de spanning te hoog oploopt.
In Fases 1 en 2 wordt ook de vertrouwensrelatie cliënt-therapeut opgebouwd. Fases 3 tot en met 8 beschrijven hoe een EMDR sessie verloopt. De totale behandeling bestaat uit één of meer sessies, afhankelijk van de geschiedenis van de cliënt en hoe de behandeling verloopt.
In Fase 3 (Bepaling) wordt bij een uitgekozen nare herinnering een beeld gezocht dat er goed mee overeenstemt. Dit hoeft geen perfecte visualisering van het beleefde te zijn. Bij zo’n beeld wordt een negatieve gedachte gezocht (Wat denk je over jezelf in dit beeld?) en een positieve (Wat zou je willen denken over jezelf in dit beeld?). Voorbeeldgedachten kunnen zijn: ‘Ik ben zwak’ en ‘Ik ben sterk’. Verder wordt onderzocht welke emotie je voelt bij dit beeld, hoe je lichaam voelt en in het algemeen hoe ellendig je je bij dit beeld voelt (gemeten op een schaal van 1 tot 10).
In Fase 4 (Desensitisatie) roept de cliënt het beeld voor ogen met de negatieve gedachte uit Fase 3 en volgt simultaan met zijn ogen de links-rechts-links beweging. Na een set van een minuut wordt besproken hoe het gegaan is en wat het heeft opgeroepen en aan welk beeld (eventueel hetzelfde) later verder wordt gewerkt. Vaak zal het nieuwe beeld een beeld zijn dat associatief opkwam tijdens de vorige set.
In Fase 5 (Installatie) wordt de oogbewegingstechniek toegepast op het beeld maar dan met de daaraan verbonden positieve gedachte uit Fase 3, in sets net zolang tot de positieve gedachte voldoende krachtig geloofd wordt.
In Fase 6 wordt gevraagd of de cliënt spanning voelt op een bepaalde plek in het lichaam. Zo ja, dan worden de links-rechts-links bewegingen een aantal keer herhaald bij dit beeld en die plek.
Fases 4 tot en met 6 vormen de eigenlijke “desensitisatie en reprocessing” (de ‘DR’ uit ‘EMDR’), het opnieuw doormaken van een nare herinnering en de negatieve lading ervan vervangen door een positieve.
Fase 7 (Afsluiting) Niet altijd zal alle spanning verwerkt worden tijdens een sessie zelf. In dat geval kunnen de afgesproken ontspanningstechnieken uit Fase 2 worden toegepast, en kan worden besproken hoe die technieken kunnen worden ingezet in de tijd tot de volgende afspraak.
In Fase 8 (Evaluatie) wordt teruggekeken op de sessie en wordt besproken waaraan in de volgende sessie (als die nodig is) gewerkt gaat worden.
Certificering
Het is verbazingwekkend dat zoiets simpels als een links-rechts-links oogbeweging zo’n therapeutisch effect kan hebben. Er is in de wetenschap dan ook een scherpe discussie gevoerd over de effectiviteit van de EMDR therapie en de rol van de oogbeweging daarin. Het lijkt nu voldoende vast te staan dat EMDR werkzaam is en dat het element van de oogbeweging wel degelijk iets toevoegt.
Zoals uit de acht fases blijkt, is de therapie een subtiel spel van herinneringen, beelden, bewegingen, gedachten, emoties en lichamelijke gewaarwordingen. De band tussen therapeut en cliënt luistert ook zeer nauw. De behandeling met EMDR is dus lang niet zo makkelijk als de “truc” met de oogbeweging doet lijken.
Er zijn dan ook gecertificeerde opleidingen met strenge toegangseisen. Pas na voltooiing van zo’n opleiding kan men zich EMDR therapeut noemen. Dit is zeker iets om in de gaten te houden als je een EMDR behandeling bij een bepaalde behandelaar overweegt.