De sanering van de de sociale werkvoorzieningen moet worden verzacht. Er moeten ruimschoots beschermde werkplekken blijven. Met deze opmerkelijke uitspraak komt de 59-jarige Hans de Boer. Hij volgt vandaag Bernard Wientjes op als voorzitter van werkgeversorganisatie VNO-NCW.
¨Ik weet uit de praktijk hoe verwarrend veranderingen kunnen zijn voor personen met een handicap. Sommigen worden al psychotisch als een bushokje dertig meter is verplaatst. Die kan je grote veranderingen niet aandoen¨.
De regering sluit op 1 januari 2015 de toegang tot de sociale werkvoorzieningen. Daar staan nu 100.000 mensen op de loonlijst. Op korte termijn blijven de werkplaatsen werk verschaffen aan maximaal 30.000 werknemers. De krimp moet via natuurlijk verloop tot stand komen: werk elders, volledige arbeidsongeschiktheid, pensionering en sterfte. Morgen gaat de Eerste Kamer waarschijnlijk akkoord met de Participatiewet die dit regelt.
Een deel van de werknemers moet elders aan de bak. De regeringspartijen hebben daar een jaar geleden afspraken over gemaakt in het Sociaal Akkoord. In het bedrijfsleven moeten 100.000 arbeidsgehandicapten aan de slag gaan en bij de overheid 25.000. Lukt dat niet, dan komt er een verplichting. De Boer keert zich fanatiek tegen dit akkoord en vindt dat zijn voorganger Wientjes hierover matig heeft onderhandeld.
¨Ik zou nooit gezwicht zijn voor de chantage van het kabinet¨. De Boers oproep om meer plekken in de sociale werkplaatsen open te houden, is in diens ogen geen afzwakking van de beloofde 100.000 werkplekken bij firma’s.
Het aanstellen van De Boer duidt op een stijlbreuk bij de werkgevers. De vertrokken Wientjes had vooral interesse in de concurrentiepositie van de Nederlandse ondernemingen. De Boer, die van 2005 tot en met 2007 de taskforce jeugdwerkloosheid leidde is bezorgd over de werkgelegenheid. De taskforce leverde ruim 40.000 jeugdbanen en ruim 10.000 stages op. Hij was echter nog niet content: het was hem niet gelukt om de risicogroepen te bereiken, jongeren die geen onderwijs volgen, werkloos zijn en in de misdaad dreigen terecht te komen.
De Boer vindt dat ook dat er te rigoureus wordt bespaard op de studiefinanciering. Hij heeft zelf in de provincie Friesland het gymnasium afgerond. Daarna kon de Boer met een studiebeurs economie studeren in Amsterdam. De topman is van mening dat sommige studenten de eerst twee jaar recht hebben op een beurs. ¨Ik denk dat bijvoorbeeld allochtonen in het stadium zitten waar wij toen in Friesland zaten¨.
Bron: De Volkskrant, maandag 30 juni 2014