31 december 2005, middernacht. Terwijl anderen kussen, proosten, oliebollen eten en vuurwerk afsteken, bevind ik me in een isoleercel. Een kleine, kale kamer, met een venster, waardoor ik de explosies van het vuurwerk kan zien.
Ik heb er lang over na moeten denken, toen mij gevraagd werd om over mijn persoonlijke ervaringen met isoleren te vertellen tijdens een trainingsprogramma voor hulpverleners.
Met steeds minder schroom praat en schrijf ik over mijn twee psychoses, bijbehorende opnamen en hersteltrajecten. Op mijn verblijf in de isoleercel ben ik echter niet bepaald trots. Ik denk dat het de zwartste bladzijde in mijn cliëntengeschiedenis is en het dieptepunt van mijn leven tot nu toe.
De training “samen deskundig”, bestond uit drie middagen, waarvan één het thema “dwang en drang” had. Aan de hand van persoonlijke verhalen van ervaringsdeskundigen zijn we het gesprek aangegaan met hulpverleners, werkend in een gesloten kliniek, om ze aan het denken te zetten over het gebruik van macht en het belang van wederzijds vertrouwen.
Tijdens mijn tweede psychose ging het heel slecht met me. Het duurde weken voordat er een medicijn werd gevonden dat aansloeg. Ik had waanideeën, herkende mensen niet meer en was alle tijdsbesef verloren. Ik was zo ver van de werkelijkheid verwijderd dat ik niet kon stilstaan bij het feit dat ik oudejaarsavond doorbracht in een isoleercel – en hoe triest dit eigenlijk was.
Agressiviteit was niet de reden dat ik meerdere keren in een isoleercel moest verblijven. Ik was psychotisch, verward en zeer onvoorspelbaar. De isoleercel was een prikkelloze ruimte, die een rustgevende werking moest hebben. In mijn verwardheid heb ik de isoleercel niet eens als heel vervelend ervaren. Sommige momenten prefereerde ik mijn verblijf in de rustige isoleercel boven de gemeenschappelijke zaal of de kamer die ik met een andere, verwarde, cliënt deelde.
Voor mijn ouders en andere bezoekers was het heel moeilijk om mij in een isoleercel te zien en me er, na het bezoekuur, weer achter te moeten laten. Het blijft toch enigszins mensonwaardig om iemand voor onbepaalde tijd in een pyjama in een kale kamer op te sluiten. Ik ben dan ook een groot voorstander van de opkomende “high & intensive care” –modellen, waarbij de isoleercel plaats maakt voor comfort rooms en high intensive care units en een iets waardigere behandeling voor cliënten.
Achteraf gezien ben ik blij dat ik heb deelgenomen aan de training. We kregen positieve feedback van de hulpverleners en mijn verhalen (en die van de mede-trainers) hebben indruk gemaakt. Het toeval wilde dat ik een week later een sollicitatiegesprek had met een, bij de training aanwezige, manager. Intussen ben ik twee sollicitatiegesprekken verder. In februari ga ik fulltime aan de slag als ervaringwerker, bij een FACT-team.
Het leven neemt onverwachte wendingen. Soms negatieve, maar soms ook positieve.
Na mijn avonturen in een isoleercel is het uiteindelijk toch redelijk goed gekomen. Alle volgende jaren kon ik weer meedoen met de gelukwensen en de champagne. En dit keer ben ik (enigszins voorzichtig) extra optimistisch over het nieuwe jaar, waarin ik aan het werk ga in de zorg, lotgenoten zal helpen en iets positiefs kan doen met de ellende die ik heb meegemaakt.
1 reactie
Timo,
Wat goed dat je hier een stuk over hebt geschreven. Mooi ook om je te beseffen dat dieptepunten soms misschien pas achteraf als zodanig gemarkeerd worden. Herkenbaar! Ik wens je veel succes in het FACT-team en ben ervan overtuigd dat je van meerwaarde bent voor zowel verpleegkundigen, behandelaren als voor cliënten.
Met een hartelijke groet,
Marjolein Bakker
ervaringsdeskundige
Kenniscentrum Stichting Pameijer