Roos Vonk: “Je bent wat je doet – van zelfkennis naar gedragsverandering”, 2014, Maven Publishing
Dit zelfhulpboek van hoogleraar sociale psychologie Roos Vonk geeft inzicht in het in stand houden en doorbreken van ongezonde gewoonten. Ook biedt het handvatten voor het bereiken van een wenselijk en realistisch resultaat. Het boek legt de vinger achter allerlei typen smoezen en mechanismen die het uitvoeren van goede voornemens verhinderen. Er staan opdrachten in het boek die de lezer kan doen om meer inzicht in zijn eigen ongezonde gewoonten te krijgen en te oefenen met nieuw gedrag.
Door het boek heen wordt een breed geschakeerd palet aan ongezond gedrag besproken, zoals roken, subassertiviteit, het hebben van overgewicht, het vastzitten in symbiotische relatiepatronen enzovoort. De verschillende motieven die aan dit soort gedrag ten grondslag liggen komen fundamenteel meestal neer op angst om niet meer geaccepteerd te worden en/of ongeloof in het eigen kunnen. Vonk zet alle uitvluchten gestructureerd op een rijtje en weerlegt ze met een broodnuchtere logica.
Hoofdzakelijk wordt de oorzaak gevonden in het streven van mensen om snel hun behoeften te bevredigen (korte termijn) en koudwatervrees. Het veranderen van gedrag levert vaak angstige en ongemakkelijke gevoelens op voor iemand die al jaren comfortabel in zijn ongezonde gedrag zit. Vonk gebruikt de ruiter en paard metafoor. Het paard is het primaire en op korte termijn gerichte kind binnen in iemand, door Vonk ook wel eloquent aangeduid met ‘de kleuter’. De ruiter is de volwassene die voor de lange termijn in zichzelf wil investeren en het paard moet temmen en beteugelen. Met andere woorden: iemand staat voor de keus of hij door wil gaan met iets lekkers dat slecht voor hem is, of iets vermeend naars dat goed voor hem is.
Verder zijn er dus de schrijf- en doe-opdrachten. Er is bijvoorbeeld een opdracht over het formuleren van je eigen normen en waarden. Maar er zijn ook knotsgekke buitenopdrachten, zoals de oefening waarbij je minimaal drie vreemde mensen een compliment moet geven. Deze opdrachten heeft Vonk in haar praktijk als coach ook vaak laten uitvoeren door cliënten.
Het boek is opgedeeld in acht hoofdstukken en heeft een quasi logische opbouw. Verrassend is het hoofdstuk dat gaat over het veranderen van je omgevingsfactoren om tot een verandering in je eigen gedrag te komen (bijvoorbeeld omgaan met slanke mensen om af te vallen, want eetgedrag zou besmettelijk zijn, of kiezen voor een constructieve werksituatie zodat je goede eigenschappen beter uit de verf komen). Verder is de boodschap van het boek vooral: niet te veel denken maar doen. Wat je je wel afvraagt is: hoe groot is hier het risico van zelfselectie? Zijn de mensen die echt iets gaan veranderen door dit boek te lezen en de opdrachten te maken niet vooral de mensen die toch al op het punt stonden iets te doen?