Bekend is allang dat medicijnen uit de benzodiazepine groep verslavend zijn; dit zijn veel gebruikte slaap- of kalmeringsmiddelen. Voorbeelden hiervan zijn de “pammetjes”, zoals diazepam, oxazepam en temazepam. Verslaafd zijn betekent zoveel als dat: je vrijwel direct een prettig effect ervaart bij het innemen ervan; je ernaar hunkert; je er steeds meer van nodig hebt; je ontwenningsverschijnselen krijgt bij verlaging van de dosis.
Minder lang bekend (en pas na veel ontkennen erkend door de farmaceutische industrie), is dat sommige antidepressiva ernstige ontwenningsverschijnselen geven bij afbouw. Afbouw is het in stappen tot 0 verlagen van de ingenomen dosis. Gemelde voorbeelden van afbouw zijn onder andere: hoofdpijn, zweten, rillingen, misselijkheid, duizeligheid, angst, stemmingsdaling, hypomanie (overdreven opgewektheid), slaapstoornissen, ‘elektrische schok’- sensaties, cognitieve stoornissen (problemen met waarnemen en denken). Het is vaak de laatste afbouwstap, de stap naar 0, die de meeste ontwenningsverschijnselen oproept.
In dit stuk concentreren we ons op het antidepressivum paroxetine (stofnaam van Seroxat®). Dit wordt voorgeschreven tegen zowel depressiviteit als angstklachten en kent bij veel mensen zware ontwenningsverschijnselen, zeker als het antidepressivum al langere tijd geslikt wordt. Zie de eerste link onderaan dit artikel voor een schokkende beschrijving van pogingen tot afbouw van paroxetine.
Geen verslaving
Misverstand is dat ontwenningsverschijnselen bij afbouw van antidepressiva wijzen op een verslaving (ook in het genoemde artikel wordt dit zo geïnterpreteerd). Dit kan mensen een gevoel van schuld, zwakte of falen geven, wat herstel alleen maar in de weg zit. In tegenstelling tot verslavende middelen werkten antidepressiva niet direct, geven ze geen direct genot, en heb je er niet steeds meer van nodig. Een antidepressivum zoals paroxetine is dus geen verslavend middel.
Wat is het probleem bij afbouw?
Het probleem is dat de afbouw te snel gaat, met name wanneer het afbouwtraject is aangekomen bij de laagst leverbare dosis (bij paroxetine 10 mg, met breukstrip 5 mg) en dus bij de laatste stap, van 5 mg naar 0. Dit wordt veroorzaakt door twee, elkaar versterkende effecten. Ten eerste heeft onderzoek uitgewezen dat een kleine verlaging van een lage dagelijkse dosis een veel groter effect heeft dan een grote verlaging van een hoge. Dit grotere effect speelt met name bij sterktes in het gebied tussen 0 en 5 mg. Ten tweede werkt zo’n kleine verlaging bij paroxetine nog eens extra snel door. Dit komt doordat ons lichaam paroxetine relatief snel afbreekt, zodat het lichaam sneller bij de lagere dosis aankomt en niet de tijd heeft om eraan te wennen.
De afbouwstap van 5 mg naar 0 is dus veel te groot.
Taperingstrips
Taperingstrips zijn een oplossing voor dit probleem (tapering is Engels voor langzaam afbouwen). Zo’n strip bevat voor elke dag van de afbouwperiode een bepaalde dosis. De doseringen worden verderop in de strip steeds lager. De truc is dat er pillen zijn van 10, 5, 2, 1 en 0.5 mg. De afbouwstappen kunnen dus veel kleiner zijn dan met de gebruikelijke medicatie waar 5 mg de kleinste dosis is. Het afbouwtraject wordt op deze manier langer. Hoe veel langer, hangt af van de cliënt, want ieder lichaam reageert anders op afbouw. In dit voorbeeld kan de cliënt zelf kiezen of hij/zij 28, 56 of 84 dagen uittrekt voor de afbouw, mede afhankelijk van de ingenomen dosis bij de start van het afbouwen.
Er zijn nu taperingstrips voor paroxetine, venlafaxine (stofnaam van het antidepressivum Efexor®), mirtazapine (stofnaam van het antidepressivum Remeron®), amitriptyline (stofnaam van het antidepressivum Tryptizol®), diazepam, oxazepam en temazepam, en zoplicon (stofnaam van het slaapmiddel Imovane®).
Deze taperingstrips worden vergoed vanuit het medisch basispakket ZFW en kunnen dus ook gewoon worden voorgeschreven door psychiater of huisarts.
De strips zijn ontwikkeld door de Stichting Cinderella Therapeutics, een not-for-profit organisatie die zich toelegt op zogenaamde stiefkindmedicijnen: “veelbelovende middelen die niet of onvoldoende beschikbaar zijn voor patiënten”, eigenlijk verwaarloosde uitvindingen. Deze wil de stichting voor een groot publiek beschikbaar maken.
P.S. Voor in de dokterskamer
Uitgelegd is hoe afbouw van antidepressiva kan leiden tot ontwenningsverschijnselen waaronder ook angst en stemmingsverlaging. Klachten waarvoor het antidepressivum vaak oorspronkelijk werd geslikt.
Die ontwenningsverschijnselen hoeven dus geen terugkeer van de oorspronkelijke depressie of angststoornis te betekenen. Dit wordt wel vaak gedacht, zodat de behandeling met het antidepressivum onnodig wordt hervat.
Bronnen
- http://www.depressievereniging.nl/ervaringen/ervaringsverhalen/medicatie/ervaringsverhaal-medicatie-verslaving-en-afbouwen-van-seroxat/
- http://www.cinderella-tx.org/
- Peter C. Groot, Ontwenningsverschijnselen voorkomen bij de afbouw van antidepressiva: het nut van taperingstrips, verschenen in Psyfar, nov. 2014.