Lithium is het standaardmiddel tegen manische depressiviteit oftewel bipolaire stoornis. Iemand die daar last van heeft, beschrijft zijn ervaringen na een jaar gebruik van het medicijn.
Een jaar lithium gebruik ik nu. Hoewel sommigen dachten dat ik het als een wondermiddel zag, moet ik zeggen dat ik heel tevreden ben met lithium. Het sloeg extreem snel aan en heeft me veel gebracht: een sterk stabiliserende werking aan de (hypo)maniekant: de drukke en zeer optimistische periodes. Andere daaraan parallel lopende positieve effecten, mogen daarbij niet uit het oog worden verloren: sterk verbeterde geestelijke stabiliteit en algemeen functioneren.
Aan de depressiezijde is het beeld aanmerkelijk verschillend: alleen lichte depressies worden door de lithium gepareerd. Een zwaardere depressie gaat door de bescherming van de lithium heen. Ook heb ik enkele manisch-depressieve episodes gekend: drie in vijf maanden. Met doorberekening kom je dan op een 3:5 x 12 = 7,2 episodes op jaarbasis. Ooit las ik op internet dat je bij minstens vier episodes per jaar ‘rapid cycler’ (iemand met zeer veel schommelingen) zou zijn. Concreet betekent dit dat je extreem veel kunt wisselen van stemming.
Maar goed, over het algemeen ben ik dus stabieler geworden. Dat neemt niet weg dat de depressies die evenwichtigheid, gecreëerd door de lithium, omver trekken. Daardoor schommel ik toch nog – meer dan me lief is – tussen de uitersten in het bipolaire spectrum. Het is voor mij dan ook noodzakelijk dat er een medicijn naast de lithium komt, die ook de depressie beter inkapselt, zodat die ook verdwijnt. Dat zou de volgende stap in de aanpak van bipolaire stoornis moeten zijn.
Maar voor alle duidelijkheid: hetgeen ik met de eerste stap -lithium gebruiken – heb bereikt, heeft ruimschoots aan mijn verwachtingen en vertrouwen voldaan! Het heeft onder andere een basisstabiliteit gebracht, die ik tientallen jaren moest ontberen. Ik ben zeer blij dat ik er een jaar terug mee ben begonnen, en dankbaar voor het vele goede dat het mij gebracht heeft.
Daarnaast heb ik veel geleerd over de manisch-depressieve stoornis (mds) op het mds-forum, met name over dingen uit het verleden, gerelateerd aan de mds. Overduidelijk is geworden, dat ik deze (psychiatrische) ziekte al zeer lang heb, hetgeen door meerdere ‘deskundigen’ nooit is herkend. Dit heeft in zeer hoge mate mijn leven sterk negatief beïnvloed. En dat begon al vroeg. Destijds heb ik atheneum gedaan, maar niet voltooid: mijn labiele mentale staat stond dit toen al in de weg. Vaak had ik last van depressies, en als dat niet het geval was, was ik weer veel te onrustig en druk! Als je iets wil bereiken als een vwo-diploma, dan is een voldoende IQ een voorwaarde, maar er is nog een – beslissende- factor, en dat is het EQ: de emotionele intelligentie. Dit is een absoluut doorslag gevende factor! Stabiliteit zie ik als het product van je EQ.
Met de intelligentie zit het bij mij wel goed, maar het EQ is zwaar onder niveau, zodat een sociaal-maatschappelijk functioneren, en functioneren in het algemeen, niet of nauwelijks mogelijk is.
Wat heel bijzonder is, is dat ik af en toe geestelijk toch extreem stabiel kan zijn; dit in wel buitengewoon schril contrast met de situatie tijdens de depressie. Het zal duidelijk zijn dat dit plaatsvindt in een stabiele fase. De lithium heeft hierin een flinke verbetering gegeven. Gezien het feit, dat mds een endogene (interne, red.) oorzaak kent, vervalt men nogal eens in een lethargische houding ten aanzien van de aanpak van de ziekte. Zeer onjuist, daar men aan de oorzaak met medicijnen redelijk veel kan doen. Dit heb ik met de lithium zelf ervaren, maar ook met therapieën en contragedrag: het omgekeerde doen van wat je eigenlijk wilt om de depressie of de manie tegen te gaan.
Ik ben ervan overtuigd, dat manische depressiviteit een zeer ernstige ziekte is, juist vanwege het in hoge mate leven ontwrichtende karakter ervan. Dat geldt zowel voor de variant bipolaire stoornis I (er treedt minimaal één manische of gemengde episode op, maar er kunnen ook hypomane of depressieve perioden optreden, de ‘ernstige’ variant), als bipolaire stoornis 2 (minimaal één episode van hypomanie en minimaal één depressieve episode, vaak omschreven als de ‘milde’ variant).
Zelf heb ik bipolair 2, wat veel minder snel wordt gediagnosticeerd dan type 1. Daardoor loop je veel langer onbehandeld door, en gaan het lijden en de schade op sociaal-maatschappelijk gebied door. Voor mij is het trouwens kraakhelder dat beide vormen even erg zijn. De uitingsvormen zijn anders, maar de buitenwereld kijkt veel meer naar de heftige verschijnselen van bipolair 1. Doordat de verschijnselen van bipolair 2 minder in het oog vallen, wordt daaraan nauwelijks aandacht geschonken. Het zou tijd worden dat dat verandert.