In haar meest recent gepubliceerde rapport “Weten is nog geen doen” vestigt de WRR* de aandacht op de voor autonomie mogelijk soms toch ietwat overvraagde burger. Elkeen wordt tegenwoordig maar verwacht voldoende zelfredzaam te zijn om steeds geheel zelfstandig zijn/haar persoonlijke leven, gezondheid, werk en financiën goed te regelen.
Voldoende verstand en kennis (weten) alléén blijken echter niet geheel te volstaan voor de gewenste (zelf) redzaamheid. Daar blijkt ook een toereikend “doen-vermogen” voor nodig.
Het “doen-vermogen” omvat persoonlijk doelen stellen, opletten en in actie komen en dat volhouden en nimmer uitstellen of even niet opletten; dit ondanks mogelijke verleidingen en/of tegenslag.
Nu blijken niet alle burgers eenzelfde doen-vermogen te hebben en deze capaciteit wordt ook wel s aangetast door ingrijpende gebeurtenissen als overlijden, echtscheiding, ontslag,.; kortom bij te grote stress en/of geestelijke belasting.
Deze wetenschappelijke kennis van het menselijk gedrag moet slimmer en realistischer beleid, uitvoering en handhaving opleveren, dat de gebleken beperkingen (in het “niet-cognitieve doen-vermogen“) van de burgers bij het actief-alles-zelf-doen moet vereffenen. Met beter daarop afgestemd beleid, uitvoering en handhaving kan de overheid de gewenste, burgerlijke zelfredzaamheid zelfs beter ondersteunen, aldus de WRR.
Het niet-cognitieve deel van een persoon bestaat uit eigenschappen als temperament, zelfcontrole en overtuiging die meer op (meegekregen) aanleg berusten dan op (aan te leren; cognitieve) kennis.
Een belangrijke conclusie uit het rapport is:
- burgers hebben in aanleg geen gelijke kansen op redzaamheid omdat de niet-cognitieve persoonskenmerken -net als intelligentie- deels erfelijk zijn.
Daarbij komt dat volgens huidig (wetenschappelijk) inzicht “het trainen van niet-cognitief vermogen lastig, zo niet onmogelijk is.”
Belangrijke aanbevelingen luiden daarom dan ook:
- houd bij beleid en regelgeving rekening met verschillen in doen-vermogen;
- geef minder (verleidelijke) keuzes en voorkom grote keuzevrijheden bij essentiële voorzieningen als voor pensioen, ziektekosten en arbeidsongeschiktheid;
- neem als overheid persoonlijk contact op met burgers bij onregelmatigheden om uit te zoeken of zo’n burger niet wil of niet kan, opdat zo nodig tijdig bijgestuurd kan worden.
De laatste aanbeveling berust erop dat al te “cognitief/rationele regelgeving erg nare gevolgen kan hebben in combinatie met geautomatiseerde uitvoering en handhaving.” Denk daarbij bijvoorbeeld aan automatische boeten (op boete) bij niet betalen. Door menselijke omstandigheden kan post wel eens niet/niet goed/niet tijdig gelezen zijn.
Zelf leerde ik bijvoorbeeld mijn les in deze nadat ik Mijn.Overheid.nl had geactiveerd. De Regionale Belasting Groep stuurt pas een eerste papier nota + boete als de termijn van betaling is overschreden. Typisch een geval van “niet gezien, of onverwacht of geestelijk afwezig” maar hoe dan ook niet op tijd gelezen om die boete te voorkomen of op gedaan verzoek te laten kwijtschelden. Maar dat is maar een praktijkgevalletje.
Er komen helaas veel meer mensen knel te zitten tussen autonomie (gewenst of utopisch) en hun aangeboren eigenschappen en/of persoonlijke omstandigheden of gebeurtenissen. De huidige regelgeving en steeds verdergaand geautomatiseerde uitvoering en handhaving werken sommige problemen kenbaar mede in de hand. Daarom hoop ik van harte dat onderwerpen als zorg, inkomen, wonen en schulden weer meer menselijk en niet meer automatisch worden behandeld mede in het licht van onder andere dit WRR rapport.
Meer weten ? Hier zijn het rapport en een samenvatting te downloaden.
Bron: ‘Weten is nog geen doen. Realistisch perspectief op redzaamheid’ d.d. 24 april 2017
*WRR = Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
WRR is een onafhankelijk adviesorgaan voor het bestuursbeleid en adviseert daartoe de regering en het parlement (on)gevraagd over onderwerpen in de samenleving vanuit een langetermijnperspectief. Die onderwerpen zijn veelal sectoroverstijgende vraagstukken, die nu of toekomstig een rol in onze maatschappij (kunnen/zullen) spelen.